Erik de Jong en Miesjel van Gerwen, fotografie: Willeke Machiels
Dit artikel verscheen in Fanzine #4, deze lees je hier.
Gezelschappen en culturele organisaties die een goede balans kennen in hun zakelijke en artistieke leiding, floreren vaak op alle fronten. Daar is ruimte om te groeien en vernieuwen. Om op je eigen én elkaars intuïtie af te gaan. Wat is het geheim van enkele succesvolle Brabantse duo’s die de dagelijkse leiding hebben over een verscheidenheid aan artiesten, productiemedewerkers en kantoorcollega’s? De Stilte, MATZER Theaterproducties en Bosch Parade denken er het hunne van. Samenwerken heeft met magie niets te maken. Het is ongeveer net als met inspiratie: zo’n tien procent gaat vanzelf en de rest is gewoon hard werken. Soms schuurt het, soms heb je aan een half woord genoeg. Hoort er allemaal bij. Maar als een samenwerking klopt, stijgt iedereen boven zichzelf uit. En dat is wel degelijk magisch.
MATZER Theaterproducties
Zakelijk leider Agnes Bolwiender van MATZER Theaterproducties denkt dat het misschien wel de belangrijkste factor in hun samenwerking is: “We werken allemaal vanuit dezelfde drive. We maken bovendien geregeld ruimte om te reflecteren op wat we doen en willen. En Madeleine kan goed loslaten, dat is voor een artistiek leider niet vanzelfsprekend.”
“Er is nu ruimte om woeste ideeën te volgen.”
Hart & brein
De zakelijk-artistieke leiding van MATZER Theaterproducties wordt aangevuld door Marieke Simons, die de specifieke portefeuille business development voor haar rekening neemt. Artistiek leider Madeleine Matzer: “Ons driemanschap is een fijn werkende constructie. Dat is best wonderlijk, want we zijn heel verschillende mensen, met ieder een eigen expertise. Ik voelde al heel lang dat er in de traditionele verdeling tussen zakelijk en artistiek leiderschap nóg iets moest zitten. Er was te weinig ruimte om woeste ideeën op te volgen en naar een hoger niveau te tillen. Dat kan ook niet iedereen. Marieke heeft hart voor theater én een ondernemend brein.”
Bij MATZER vond Marieke Simons inderdaad de plek waar haar achtergrond (Hogere Hotelschool en Drama Academie) helemaal tot zijn recht komt: “Bij MATZER heb ik de afgelopen jaren enorm kunnen bouwen aan een heel nieuw netwerk. We vinden onze partners precies op de onderwerpen die er voor beide partijen toe doen.” Simons gelooft in naar doelgroepen toe bewegen, ook – juist! – als die jou nog niet kennen. “Door samen te werken met bedrijven, gemeentes, welzijnsorganisaties, theaters en allerlei andere instellingen, ontstaan er dwarsverbanden en bereiken we een heel nieuw, inclusief publiek. Zo speelden we een voorstelling bij een bouwbedrijf, een groep die je met theater anders niet zo snel bereikt. In het nagesprek ontstond een verrassend gesprek over het belang van kwetsbaarheid. Het is heel bijzonder hoe theater de handvatten kan aanreiken voor verbinding.”
Ontmoetingen
Bolwiender: “Omdat we lange tijd niet konden spelen, gaf Madeleine online lezingen op basis van de theatertekst van Je kunt me gerust een geheim vertellen, onze voorstelling over dementie. Als we zien hoeveel dat al doet met mensen, wat kunnen die voorstellingen dan straks doen? We hebben als MATZER de principiële beslissing genomen om altijd een nagesprek te organiseren. Die verdiepende laag heeft een enorme impact; we merken in die lezingen al dat mensen anders over zo’n onderwerp gaan nadenken.”
“Ontmoetingen met publiek zijn cruciaal”, zegt Matzer. “Dan horen we wezenlijk terug wat een voorstelling met iemand gedaan heeft. Dat verrijkt mij als regisseur en geeft acteurs nieuwe inspiratie. Er komen ook nieuwe voorstellingen voort uit de gesprekken die we voeren. Als sector zaten we lange tijd vast in dezelfde groef, daarom moeten we echt naar een heel nieuwe manier van produceren. Dat betekent dat je aan de voorkant nadenkt over: ‘met welke partners bereik ik welk publiek?’ We hebben mede dankzij Brabant C de kans gekregen om het spoor waar wij in geloven handen en voeten te geven.” Bolwiender: “We zijn op weg, maar dat het succesvol kan en gaat zijn, dat is nu al duidelijk.”
Matzer vult aan: “Om terug te komen op onze samenwerking: daar spelen wij alle drie op een andere manier een rol in. Ik ben heel trots op ons bijzondere drievrouwschap, waarin er ruimte is voor ieders kwaliteiten en we vanuit een groot wederzijds vertrouwen samenwerken. Het is dankzij deze twee geweldige dames dat ik als artistiek leider kan vliegen.”
Onderzoek naar impact
MATZER Theaterproducties voert met Tranzo Tilburg, Fontys Hogeschool (Toegepaste Psychologie) en Zorgbelang Brabant kwalitatief onderzoek uit naar de impact van theater; op dit moment naar de online lezingen en straks ook naar de voor- en na-ontmoetingen bij voorstellingen. Marieke Simons: “We weten bijvoorbeeld al dat mensen door de lezingen juist nóg nieuwsgieriger zijn naar de hele voorstelling straks, wat een mooie bevestiging is.”
de Stilte
“In 1994 richtte ik de Stilte op en koos voor het maken van kindervoorstellingen”, vertelt Jack Timmermans. “Dat is voor mij ook een manier om mijn zwartgallige natuur tegenwicht te bieden, want je wilt kinderen nu eenmaal meer bieden dan ellende. Je wilt hoop genereren. Elk perspectief verandert het denken. Je grondhouding bepaalt sterk waar je naartoe gaat en dat wordt weer bepaald door waar je hartstocht ligt.”
Artistiek leider Jack Timmermans wist wat hij wilde, maar kwam in eerste instantie maar moeizaam vooruit. “Ik had al aardig wat ervaring met zakelijk leiders en begon me af te vragen of ik nou zo veeleisend was. Misschien wás ik ook wel te voortvarend, maar cultureel ondernemen is oorlogvoeren. Leuk? Helemaal niet! Je werkt in een wereld die helemaal niet op jou zit te wachten. Waarin je je plek moet veroveren, want je bestaat niet op het moment dat je naam niet bekend is. Toen ik begon, had ik geen andere ambitie dan beter worden. Van netwerken en dat soort zaken had ik geen verstand.”
“Cultureel ondernemen is oorlogvoeren.”
Gelukkig was daar Jan Baanstra. “In 2003 kwam ik binnen als stagiair en ik ben nooit meer weggegaan. Mijn stage probeerde ik zo lang mogelijk te rekken, zodat ik zelfs mijn vierde jaar met vervangende opdrachten hier kon doen. In 2005 kreeg ik een contract en sinds 2008 ben ik zakelijk leider. Ik kwam binnen in een heel kleine organisatie en wat ik aantrof, waren een paar goede keuzes: prima huisvesting met een eigen dansstudio die ook als theater dienstdeed en dansers die in loondienst waren – wat uitzonderlijk is. Verder een bescheiden, maar respectabele omzet met, laten we zeggen, voldoende ruimte voor groei.”
Opheffen van tegenstellingen
Timmermans: “Voor mij was heel snel duidelijk: met hem kom ik verder. Jan was meteen enorm hands on. Ik heb geen zin om tijdverdrijf te zijn, ik wil iets bewerkstelligen. Daarom koos ik in 2001 ervoor om exclusief voor kinderen voorstellingen te maken. Ik neem kinderen heel serieus. Als kind wordt er al zoveel voor je ingevuld waar je niet in wordt geconsulteerd. Ik was altijd al kunstzinnig én sociaal en geloof heilig in het opheffen van die tegenstelling. Met Jan had ik direct gesprekken die verder gingen dan het wel of niet maken en verkopen van een voorstelling. Ik wil over alles meedenken – heel graag zelfs – maar ik wil niet alles zelf hoeven verzinnen. Ik ben meer een fantast en dat wil ik ook zo houden.”
“Hoe het is om te werken met een fantast? Ja, dat is fantastisch!”, zegt Baanstra, glunderend. “Maar het gaat niet om de drijfveer van Jack, maar om aangestoken worden door het virus. De Stilte wil iets bereiken: dat er lucht komt in de samenleving door wat wij brengen. Wij zijn een vehikel om de wereld te veranderen met dans. Als je dat snapt, dan zit je hier goed. Ik werd daardoor geraakt. Overigens ervaar ik het helemaal niet als oorlogvoeren. Juist dat fantasme hebben we nodig om vorm te geven aan waar we in geloven. In onszelf en in anderen. Dan kun je knokken zonder dat het voelt als knokken.” Dat geldt ook voor hun samenwerking, schetst hij: “Wij kunnen heel goed ruziemaken, daar worden we door gescherpt. Maar als puntje bij paaltje komt, gaat het over waar de Stilte voor staat en waarom dat belangrijk is. Die onderstroom bepaalt altijd de golfslag, ook tussen Jack en mij.”
Chemie
Timmermans: “Jan en ik hebben aardig wat dingen uitgeprobeerd en ook wel eens gemerkt: dat is een leuke filosofie, maar zo frustreren we elkaar te veel. Je moet veel blijven bewegen om te overleven. De Stilte bestaat bij de gratie van allemaal verschillende mensen en ik ben het meest geïnteresseerd in wat wij samen kunnen creëren.”
Baanstra: “De chemie tussen ons zit hem niet per se in eigenschappen van Jack of van mij, of hoe wij elkaar versterken, maar in wat ons drijft. Ik laat me ook vooral niet beperken door de ambities van Jack. We willen impact hebben, niet rommelen in de marge, dus moeten we dingen als een bedrijf aanpakken. Als iets het belang van de samenleving vertegenwoordigt, dan is het automatisch ook bedrijfsbelang.”
Bosch Parade
“Ik ben geboren en getogen in Heeze en dus opgegroeid met de Brabantse Dag”, vertelt Miesjel van Gerwen, medeoprichter en artistiek leider van Bosch Parade. “Daar komt mijn liefde voor optochten én voor werken met vrijwilligers vandaan. Bosch Parade kun je gerust zien als een volbloed dochter van de Brabantse Dag, maar dan wel eentje die het huis uit is.” Hij was al wagenbouwer, kunstenaar, cartoonist, illustrator, organisator en nog duizend-en-één dingen meer, maar bij Bosch Parade kwam het allemaal bij elkaar. Van Gerwen werkte aan van alles, overal en nergens. “Als ik iets interessant vind, dan doe ik het. Maar alles wat ik ooit gedaan heb, is als je het naast elkaar zet precies wat diepte geeft aan mijn rol als artistiek leider van Bosch Parade.”
Zakelijk leider Erik de Jong werd in 1985 geboren, 35 jaar na Van Gerwen, aan de andere kant van het land in Sneek. “Ik kwam voor mijn studie Architectuur naar Eindhoven. In die studie komt veel bij elkaar, al blijk ik meer van de mensen bij elkaar brengen te zijn dan van de gebouwen. Na mijn studie organiseerde ik onder andere het drijvende concert Muziek op de Dommel. Vlak daarna werkte ik voor het eerst met Miesjel samen, aan een kunstproject voor The Art of Impact.”
“De voornaamste factor is toeval.”
‘Yes, perfect’
“Of ik meteen dacht: die moet ik hebben? Nee, dat dacht ik helemaal niet”, zegt Van Gerwen droogjes. “Op dat moment had ik vooral geen idee hoe ik zonder medeoprichter Marc Eysink Smeets verder moest, die het fantastisch had gedaan. Ik wist wel dat ik het niet alleen kon, maar als we het los zouden laten dan zou het weg zijn en nooit meer terugkomen. De voornaamste factor is uiteindelijk toeval. Ik kwam Erik tegen op een festival, waar hij vertelde dat hij wegging bij Muziek op de Dommel. Ik zei tegen Marc: ‘Erik is vrij’ en Marc antwoordde: ‘yes, perfect.’ Dat was het.”
De Jong: “Miesjel heeft een goede neus voor kunstenaars, publiek en communicatie. Ik weet niet hoe hij het doet, maar hoe goed een marketeer ook is, Miesjel weet het gewoon beter. Hij voelt feilloos aan wanneer je moet loslaten en wanneer je dingen naar je toe moet halen. Ik kan ontzettend veel van hem leren. Ze zéggen dat hij zeventig is, híj zegt dat ‘ie zeventig is, maar als je het mij vraagt is hij vijfentwintig. Ik hoop van harte dat ik over vijfendertig jaar ook zo ben.”
Rollen
Van Gerwen: “Erik en ik zijn heel complementair aan elkaar en kunnen elkaar de ruimte geven. Er is een groot wederzijds vertrouwen en we hoeven dan ook zelden een gesprek voor te bereiden. We hebben een heldere verdeling van de rollen, maar begrijpen elkaars expertise wel. Ik heb – zonder verstand van geld en met een gat in mijn hand – toch organisatorisch wel het een en ander voor elkaar gekregen. En ik ben blij dat Erik een creatieve opleiding heeft gedaan en liefde heeft voor muziek, waardoor hij een enorme feeling heeft voor de kunsten.”
De Jong: “Weet je wat het is? Gevoel kan óók zakelijk zijn. Op basis daarvan kiezen we waaraan en met wie we wel en niet samenwerken. Maar ik kan met Miesjel ook een hele avond bierdrinken en het niet één keer over Bosch Parade hebben, maar dat er dan toch een of twee dingen gezegd zijn waar we later op terugpakken. We kunnen het gewoon ook goed met elkaar vinden. We hebben bijvoorbeeld nooit ruzie.”
“Daar hebben we geen tijd voor”, lacht Van Gerwen. “Natuurlijk verschillen we wel eens van inzicht en dan schuurt het tussen ons. Dat moet je dan even kunnen laten. Het heeft geen enkele zin om dan tegen elkaar te gaan schreeuwen. Het is ook niet alsof iemand op voorhand alles weet. Je moet altijd je verhaal durven en mogen bijstellen. Ik had bijvoorbeeld niet kunnen bevroeden dat Erik het zó goed zou doen. Zonder hem waren we met Bosch Parade nooit gekomen waar we nu zijn, en we zijn nog lang niet klaar.”
Dit artikel verscheen in Fanzine #4, deze lees je hier.